Behandeling van kanker = maatwerk
Thermen Nucleaire Geneeskunde
Exclusieve schoonheidsbehandeling
Radioactieve stoffen
PET-scan
Thermen Radiologie
‘Zo’, zegt mijn oncoloog. Haar blauwe ogen knipperen boven haar gezichtsmasker. ‘De uitslag van de scans…’
Ze laat een stilte vallen. Of denk ik dat alleen?
Alles wat ik iedereen tot nu toe over mijn behandelingstraject heb verteld was onzin. Complete lariekoek. Nou ja, misschien beter een chocolatechipkoekje. Het maatwerkdeel van het verhaal klopte namelijk wel.
Behandeling van kanker = maatwerk
Wist je dat de behandeling van kanker echt maatwerk is? Vroeger niet. Toen gooiden ze bij iedereen zo veel mogelijk gif naar binnen. De gedachte was: dan gaat in elk geval de kanker hartstikke dood. Het gevolg kon je zien in films over kankerpatiënten in de tachtiger jaren: lijkbleke mensen die, vaak uitgemergeld, al brakend boven een toiletpot hingen, onderwijl plukken haar uit hun hoofd trekkend. Als resultaat was soms meer dan alleen de kanker hartstikke dood.
Tegenwoordig weten ze het gif heel goed te doseren. Voordat je begint aan je kuren vragen ze je lengte en voor elk volgend shot je gewicht. Voor élke toediening wordt bekeken of je bloedbeeld goed genoeg is.
Heb je niet genoeg witte bloedlichaampjes? Dan kan een verkoudheid levensgevaarlijk zijn als de chemo toch wordt gegeven. Vaak wordt de kuur dan uitgesteld tot de hoeveelheid witte bloedlichaampjes weer voldoende is hersteld.
Is je Hb te laag? Dan wordt vaak besloten een bloedtransfusie te geven voordat je de chemokuur mag krijgen.
Oké. Genoeg Saskiapedia.
Pauze.
Rewind.

Even terug naar mijn chocolatechipkoekjesverhaal.
Ik dácht dus dat ik twee chemokuren zou krijgen en dan een maandje dagelijks zou worden bestraald en dan weer een kuurtje zou krijgen. (I know, dat klinkt allemaal erg thermen-achtig. Ik doe er werkelijk alles aan om mijn traject een beetje op te leuken.)
Maar.
Dat.
Klopt.
Dus.
Niet.
Het was best wel een schok toen mijn oncoloog vertelde dat zowel man als ik mijn kuuroordplan totaal verkeerd hadden begrepen. ‘Maar’, zo troostte ze mij, ‘je onthoudt maar vijf procent van wat je wordt verteld als je je diagnose krijgt. Er komt zoveel op je af.’
Thermen Nucleaire Geneeskunde
Pauze.
Fast forward.
De man achter de balie van Thermen Nucleaire Geneeskunde kijkt me afwachtend aan. Ik zou mijn sjaaltje het liefst van mijn kale hoofd trekken, het zweet breekt me uit. Ik duik voor de vierde keer in mijn shopper. Serieus. Heb ik een shopper meegenomen naar het ziekenhuis?
Ik verplaats bonnetjes van de Zeeman en de Hema, een vilten zeemeermin aan een sleutelhanger, een doorzichtig etui gevuld met paracetamols, lippenbalsems, een paar losse euro’s, een zilveren ring en oorbellen, de lege fles van de liter water die ik in de afgelopen twee uur leeg moest drinken, een zakje met twee boterhammen met pindakaas en een pakje papieren zakdoeken.
En dan: nog meer bonnetjes van de Zeeman en de Hema, weer die zeemeerminsleutelhanger, het etui, de lege fles, het zakje met de twee sterk ruikende pindakaasboterhammen – ik val straks nog flauw, na al die uren nuchter zijn – en weer dat pakje papieren zakdoeken.
Of heb ik twee pakjes in die tas zitten?
Echt.
Een shopper.
Ik wil mijn sjaaltje afdoen.
‘Wat zoekt u, mevrouw?’ vraagt de man vriendelijk.
‘Ehm… mijn telefoon.’
Hij grinnikt. ‘Die heeft u in uw linkerhand.’
Ik wis met de rug van mijn hand langs mijn voorhoofd. Dan wip ik mijn identiteitskaart uit het hoesje. Hij werpt er een blik op. ‘U mag plaatsnemen in de wachtkamer. Een van mijn collega’s komt u zo halen.

Ik ga zitten en kijk door het raam, de groene binnentuin in. Zou ik daar nóg meer mogen relaxen, na mijn behandeling?
Ik app met een vriendin die al weken met haar onderbeen in het gips zit. We geven elkaar regelmatig medische updates. Hartstikke leuk. Kunnen we een beetje klagen en zielig doen. Ze stuurt een foto van een weelderige groene tuin. Haar pimpelpaarse gipsbeen schittert op een tuinstoel. ‘Mijn uitzicht. Plek zat. Doe je ogen maar dicht en denk dat je in de stoel naast me ligt.’
Zou ik daar nóg meer mogen relaxen, na mijn behandeling?
‘Mevrouw Maaskant?’
Ik sta op en volg het meisje in haar witte uniform door de gang met roldeuren die beplakt zijn met grote, fluorescerend gele driehoeken en een soort van windmolentjes erbij.
Ze hebben mooie stickers hier bij Thermen Nucleaire Geneeskunde.
Exclusieve schoonheidsbehandeling
Pauze.
Rewind.
‘Het is tijd om te bepalen of je twee voorgaande chemokuren hun werk goed hebben gedaan’, vertelt mijn oncoloog mij aan de telefoon. ‘Zijn ze niet goed aangeslagen, dan moet je naar een academisch ziekenhuis voor een zwaardere kuur. Zijn ze wel goed aangeslagen, dan mag je voor je derde kuur in hetzelfde ziekenhuis blijven.’
‘En heeft die dezelfde ingrediënten als ik al kreeg?’ vraag ik.
‘Je krijgt dan één stofje minder’, zegt ze. ‘Maar om dat te kunnen bepalen laat je aanstaande week weer een PET-scan doen, een CT-scan en een bloedonderzoek.’
Het is nog geen twee maanden geleden dat ik een PET-scan kreeg. Een heel speciale scan, die zo’n twaalfhonderd euro kost. Exclusieve schoonheidsbehandeling. Ik ben een duur klantje. Maar dan heb je ook wat: de PET-scan liegt niet. Radioactieve suiker laat je cellen met een hypersnelle stofwisseling, de cellen die er écht niet moeten zijn – yep, kanker dus – oplichten.
Mijn oncoloog vraagt hoe het met mijn symptomen gaat. De chronische jeuk en het nachtzweten?
‘De jeuk is zo goed als weg’, zeg ik. ‘Al na één kuur. Ik was stomverbaasd. Als jeuk al anderhalf jaar je dagen en nachten beheerst, dan geloof je er helemaal niets van dat het ook echt over kan gaan.’
‘En het zweten?’ vraagt ze.
‘Zeker 65 procent minder’, zeg ik.
Radioactieve stoffen
Pauze.
Fast forward.
Het meisje van Thermen Nucleaire Geneeskunde draait op haar kruk. Het is er zo een met wieltjes eronder en een zitting die aan een minipaardrijzadel doet denken. Precies zo’n stoel als een kapper heeft. Ze rolt weg van haar karretje vol spuiten, infuusnaalden en verbandmateriaal naar het luikje in het midden van de muur.
Ik had het al gezien, vanuit de hoeken van mijn ogen. Sprekend het luikje bij de Chinees dat om de zoveel minuten omhooggaat, waarna een bezweet gezicht verschijnt en je een stiekeme blik kunt werpen op de complete chaos in de keuken en je de koks elkaar onverstaanbare dingen hoort toeschreeuwen, waardoor je bang bent dat er in jouw nummer 74 met noedels toch een aangereden kat of hond gaat, in plaats van kip.
Bam!
Het luikje gaat weer dicht.
Ze haalt er een metalen buis uit, volgeplakt met stickers. Er prijkt precies dezelfde fluorescerend gele driehoek op als op alle deuren hier in Thermen Nucleaire Geneeskunde. ‘Radioactieve stoffen’, staat eronder.
Ze klikt het vast aan mijn infuus.
‘Dit is relaxtherapie!’ spreek ik mezelf toe.
Ik word hier heerlijk gesuikerboost.
Ik word hier heerlijk gesuikerboost.
Ik vraag me af of ik straks ook een fluorescerend geel aura krijg of voelsprietjes.

Het tl-buisje boven de spiegel knippert.
De airco heeft een tik.
Niet echt Thermen-achtig.
Er klinkt geen zweverige zenmuziek uit boxen, ik ruik geen ontspannende etherische oliën.
In plaats daarvan ging zonet de deur bij het toilet in slow motion open. Ik moest er met mijn gewicht aan hangen om hem open te krijgen, omdat hij verzwaard is met lood.
Ergens heel geruststellend, gezien het goedje wat ik net ingespoten heb gekregen, maar ik durfde de deur toch niet op slot te doen.
‘Relax, dit is een suikerboostmomentje!’ spreek ik mezelf toe.
Tik, tik, knipper, knipper.
Ik knijp mijn ogen stijf dicht.
De stoel ligt geweldig, prent ik mezelf in. Echt, ook al zit er geen stoelverwarming in. Het dekbed is lekker warm.
Tik, knipper, tik, knipper.
De elektrische deur rolt open. Ik open langzaam mijn ogen. Mag niet praten, niet bewegen.
‘Ja, eh… ik dacht: met die PICC-lijn heeft u meer dan 30 cm snoer in uw lichaam en ik wil écht niet dat daar radioactieve suiker in achterblijft… dus ik spoel nog even 20 cc extra.’
Ik stel me voor hoe het radioactieve spul door mijn aderen stroomt en er tussen mijn schouderbladen twee vleugeltjes groeien.
O ja, ik krijg echt niet alleen voelsprieten.
‘Oké’, zeg ik.
Zoals altijd krijg ik een rare, chemische smaak in mijn mond als de verpleegkundige mijn vaste infuus doorspoelt met het spuitje.
‘Nog vijfenveertig minuutjes liggen’, zegt ze. ‘Ik dim het licht wel.’
PET-scan
Twee vrouwen bonken hard met hun hakken op de vloer in de gang. Ze lachen hard. Weten ze niet waar ze zijn? Wat er op deze afdeling gebeurt? Dat je hier zen moet zijn?
De tl-buis knippert nog steeds, de airco tikt lustig voort.
Tik, knipper, tik, knipper.
Ik sluit mijn ogen weer. De vorige keer zaten er dikke lymfeklieren met klompen kanker rond mijn hart en onder mijn sleutelbeen. Ik kan me haast niet voorstellen dat twee chemokuren die klompen hebben laten verdwijnen.
Je verstand op nul.
Niet over nadenken.
Tik, knipper, tik, knipper.
Tijdens de laatste chemoronde had ik weer jeuk en uitslag, precies op de plek waar het biopt was genomen. Ik bedacht dat ik om heel veel redenen jeuk en uitslag kon hebben, de kanker hoefde echt niet te zijn teruggekeerd.
Het kon komen door de zon. De chemo maakt je huid extreem gevoelig voor de zon, dus als je jezelf dan niet sunblockt en onder de parasol gaat zitten én een Greta Garbo-zonnehoed draagt, dan sist je huid als ontbijtspek in een warme pan en krijg je gekke plekken nadien.
Of misschien kwam het door het kettinkje dat ik dagenlang heb aangehad? Ik kon in de afgelopen anderhalf jaar geen ketting meer verdragen. Door de hodgkin, waardoor ik volgens mijn oncoloog deels mijn overreacties op geur, parfum en voeding zou kunnen hebben gekregen.
Of komt het door de geparfumeerde Bio-Oil, die ik op het litteken smeer waar het dobbelsteentje kanker is weggenomen, in de hoop dat mijn oorlogsteken wat vervaagt?
Of veroorzaakt de chemo het, waardoor mijn huid aanvoelt als perkament?
Ik ben toch wel een beetje bang.
Wat als het terug is, ondanks alle zakken gif die ik heb gekregen?
Woah, chill!
‘Het is zover’, zegt het meisje. ‘Als u nog even uw blaas goed leeg plast, dan kunt u onder de scanner komen liggen.’
Heerlijk. Na de suikerboost mag ik languit op een bank van twintig centimeter breed in een kunststof tunnel waar ik niet uit kan en waar duizenden foto’s worden gemaakt van mijn binnenkant.
Mijn hele binnenkant!
Een full-body scanbehandeling bij Thermen Nucleaire Geneeskunde.

Ik mag weer twintig minuten niet praten of bewegen. En al die tijd mag ik mijn armen boven mijn hoofd leggen!
Woah, chill!
En daarna mag ik – dat is écht een cadeautje – vier uur lang niet in contact komen met mijn kinderen. Omdat ik radioactief ben!
En als klap op de vuurpijl: vijf dagen wachten op de uitslag.
Ja, ze weten de spanning wel op te bouwen.
Thermen Radiologie
Fast forward.
‘Mevrouw Maaskant? Loopt u met mij mee?’ De dame in het wit lacht haar tanden bloot. Ik heb me nog maar net aangemeld en weet dat je hier normaal gesproken soms best lang moet wachten. Maar nu komen ze me al halen. Wat een vipbehandeling hier bij Thermen Radiologie!
‘Ik schiet graag een beetje o-hop!’ zegt ze.
Vrolijke boel hier.
‘Want ik moet u natuurlijk nog aanprikken voor de contrastvloeistof!’ zegt ze.
‘Nee, hoor!’ roep ik enthousiast terug. ‘Ik heb al een gaatje in mijn arm! En een mooi turkooizen siliconensnoertje.’
‘Yes!’ ze balt haar vuist in de lucht. Haar pony valt hartstochtelijk voor haar ogen. ‘Ik ben fan van PICC-lijnen!’
Ik verwacht een dansje. Wat tapdansers. Musicalmuziek. Glitters, confetti.
We lachen allebei.
Ze opent met een joviaal gebaar de deur op de gang voor me.
‘Dopje eraf!’ zegt ze. ‘Spoelen, contrastvloeistof erin, spoelen eh-en… dopje er weer op!’
‘Klaar!’ roep ik.
We lachen weer.
OMG.
We maken grapjes in de categorie ‘PICC-lijnhumor’.
Daar gaan de tapdansers door de gang. Ze tillen hun bolhoedjes van hun hoofden en zwaaien naar ons.
Ze wijst naar me. ‘En nog even dat flesje water naar binnen klokken, hè? Anders kunnen je nieren de contrastvloeistof niet aan!’
‘Doe ik!’ roep ik vrolijk. Want extra water drinken, omdat je nieren er anders van kunnen beschadigen, dat vind ik nu heel normaal.
‘Je mag je uitkleden! En deurtje op slot, hè, voordat er zomaar iemand bij je binnen wandelt!’
‘Yes!’ roep ik.
Volgens mij hebben die twee chemokuren mijn hersens flink beschadigd.
Daar gaan de tapdansers door de gang. Ze tillen hun bolhoedjes van hun hoofden en zwaaien naar ons.
Fast forward.
‘Zo’, zegt mijn oncoloog. Haar blauwe ogen knipperen boven haar gezichtsmasker. ‘De uitslag van de scans…’
Ze laat een stilte vallen. Of denk ik dat alleen?
Ze vouwt haar handen in elkaar. De blauwe ogen boven haar masker stralen.
‘De chemokuren hebben hun werk goed gedaan. Op de PET-scan was geen respons meer zichtbaar op de radioactieve suiker. Je grootste gezwellen, van 30 en 25 mm, zijn ongeveer 50 procent in massa geslonken.’
‘Dat is toch het beste nieuws dat ik kon krijgen?’ vraag ik.
Ze knikt. ‘En daarom doe ik dit werk zo graag’, verzucht ze. ‘Ik zou geen ander werk willen.’
Het klinkt misschien gek, maar als ik mijn man aankijk en we scheef naar elkaar grijnzen, kan ik me dat heel goed voorstellen.
Dit verhaal publiceerde ik op 3 september 2021 op Facebook, Instagram en LinkedIn. Het staat ook, met nog heel veel nieuwe verhalen, in het boek Bijna iedereen heeft kanker.